de vondelier nr. 8 2010

De voorspellingen voor de zaterdag, sneeuw. `Dat zeiden ze gisteren

ook, het zal wel mee vallen`. Om 9 uur startte ik het apparaat,

vijf minuten later begon het te sneeuwen. Heel veel tuinders waren

aanwezig om de gesnoeide takken naar de versnipperaar te brengen.

Het viel niet mee in deze sneeuwstorm om de grote hoeveelheid

takken in het apparaat te proppen en de snippers op te slaan.

Halverwege had ik het gevoel als een sneeuwpop aan het apparaat te

staan. Gelukkig waren we met velen om de klus te klaren.

Wat is dat een fijn gevoel.

Om 10 uur kwam Ivonne vertellen dat de koffie klaar stond, heerlijk,

met een koekje en twee uur later trakteerde ze de hele ploeg op een

bakkie snert. Ooh wat was dat lekker.

Om half drie waren alle stapels met takken versnippert en kon het

apparaat worden opgeruimd. Ik had `het end in de bek`, zoals ze dat

wel zeggen en velen van de ploeg.

Na thuiskomst geeft het veel voldoening dat het toch maar weer

geflikt hebben met elkaar onder deze omstandigheden.

Ook languit op de bank gaf mij een goed gevoel.

Het is alweer de laatste Vondelier en maand van het jaar.

Een jaar waarin van alles gebeurt is.

Ik wil dan ook iedereen bedanken voor hun enorme inzet om ons

tuincomplex in een goede staat te brengen en te houden.

Helaas moet ik melden dat Harry Vis heeft opgezegd voor het bestuur

en de beheercommissie.

Het invalide toilet is gereed en kan worden gebruikt voor degene die

het nodig hebben.

Vanaf deze plaats wens ik iedereen prettige kerstdagen, gezellige

jaarwisseling en een goed en gezond 2011 toe.

Ook wil ik de adverteerders in de Vondelier bedanken voor hun

bijdrage, zodat we ook volgend jaar ons clubblad kunnen uitgeven.

We zien elkaar weer op de nieuwjaarsreceptie 7 januari 2011 om

20.00 uur, om met elkaar onder het genot van een hapje en een

drankje te proosten op het nieuwe tuinjaar.

Veel tuinplezier!                                                   John van der Lubbe

December 2010

Het laatste stukje van het jaar alweer. Het jaar vliegt om.

De afgelopen week ben ik bezig geweest om de vrijkomende tuinen

uit te geven aan een aantal nieuwe leden, die daar dan ook erg blij

mee zijn. Zoals je mogelijk al had gelezen hebben we tuin 1 gesplitst

in twee gelijke delen van beide 250 m2.

Het voordeel daarvan is dat de tuinen iets kleiner zijn en daarom

door een nieuwe tuinder makkelijker te behappen.

Ook kunnen zo meer tuinders van ons mooie complex genieten.

Op 26 november hebben we de commissieavond georganiseerd.

Het bestuur had alle commissies uitgenodigd. Uitgebreid hebben we

samen gesproken over de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en

de plannen voor 2011. In de jaarverslagen van de commissies voor de

jaarvergadering in maart zullen ze dat allemaal vertellen.

De informatie voor het jaarverslag van de commissies zal

trouwens op 15 januari 2011 bij de secretaris binnen moeten zijn.

Op de jaarvergadering zullen we naast de gebruikelijke agendapunten

twee zaken behandelen.

Het eerste punt gaat over ons eigen huishoudelijk reglement. Daarin

staan zaken o.a. over de kleur van de huisjes en de begroeiing van de

borders. Sommige van die regels handhaven we meer dan anderen.

Dat lijkt ons als bestuur niet goed. Of we spreken met ons allen regels

af en daar houden we ons aan, of we stellen die regels niet.

Het bestuur zal een stuk voorbereiden waarin een aantal van die

regels staan, met een voorstel daarbij, of we die regel willen blijven

houden, of dat we hem willen laten vervallen.

Het andere onderwerp is ons logo. We missen al jaren een vlag.

Het oude logo van onze vereniging is weer gevonden. Een aantal leden

zal proberen dat wat moderner te maken. Tijdens de vergadering zullen

we daaruit kiezen, zodat we daarna een mooie eigen WZZO-vlag

kunnen bestellen, die gehesen kan worden als de winkel open is.

Tot slot nog iets ter overdenking.

Voor alle commissies en voor het bestuur is nog versterking nodig.

We zijn in ieder geval op zoek naar meerdere leden voor de tuin

werkcommissie en één voor het bestuur. Denk erover na of jij

degene kan zijn die een handje kan helpen. Meldt het bij één van de

bestuursleden of bij de commissie naar keuze. Alvast bedankt.

Groet Remco Visser, secretaris, remcovisser01@cs.com

Het was de dag voor Sinterklaasavond,

dat de wind al guur door de bomen waaide.

De hele week had het flink gevroren en er lag een flink pak sneeuw.

Van heinde en verre kwamen de mannen en vrouwen tezamen om te

aanschouwen de stapels takken op het complex.

En het geschiedde in diezelfde dagen daarvoor, dat enkelen reeds de

zaag in struikgewas en boom hadden gezet én opgetast om op die

gure winterdag het hout te versnipperen.

Uren waren zij onversaagd (leuke woordkeuze Fred!) in de weer om

deze klus te klaren.

En er waren vrouwen in diezelfde landstreek, zich houdende in het

verenigingsgebouw, en hielden de wacht over hun erwtensoep met

worst.

En als zij alles voleindigd hadden, wat naar de wet des voorzitter te

doen was, keerden zij weder naar huis, tot hun stad.

                                                                                                  Fred

De Amaryllis

Het is al weer heel wat jaartjes geleden dat ik met een groep kinderen werkte op

een medisch kleuter dagverblijf.

De groep bestond uit 7 kinderen tussen de 2,5 en 7 jaar die om wat voor reden dan

ook problemen hadden in de ontwikkeling.

Het waren de dagen net voor kerst. Van een van de ouders hadden we een

amaryllis gekregen. Dagelijks werd op de voet gevolgd hoe er een blad uit de bol

kwam een steel en ja hoor op een dag 3 enorme rode bloemen.

Wat waren we met ze alle trots.

Maar o jé. Tijdens het opzetten van de

kerstboom waren we onvoorzichtig en stootte tegen de plant.

Het gevolg was dat de steel knakte. Alle kinderen waren geschrokken.

Uit de verbandkist werd een verbandje gehaald en met behulp van

twee stokjes werd de steel gespalkt. Hij stond weer fier rechtop.

Om elf uur gingen de kinderen buitenspelen zodat ik en mijn collega

tijd hadden om koffie te drinken en de tafel te dekken.

Ik kwam terug van de koffie en zag dat een klein mannetje van 3 jaar

stiekem de groep binnen geslopen was.

Hij zat op zijn knietjes voor de amaryllis. Ik hoorde hem praten tegen

de plant. Hoofd schuddend zijn handjes tegen zijn wangen hoorde ik

hem op zeer bewogen manier zeggen. “Arme, arme Rilles wat ben jij

zielig” Ik kon het mannetje wel zoenen, maar ik het was een heel

stoer jongetje die nooit zijn gevoelens wilde laten zien. Zachtjes sloop

ik de groep weer uit om even later wat lawaaiig binnen te komen.

                                                                                                      Elly

Op de vraag uit “De Vondelier” nummer 7-herfst 2010,

zijn diverse antwoorden binnengekomen waarbij de aubergine

hoog scoorde; maar helaas dit was niet het juiste antwoord.

De plant die u op de foto zag, was de

“Solanum Muricatum”, in ons land beter bekend

onder de namen: meloenpeer of appelmeloen.

De nieuwe prijsvraag:

“Welke plant ziet u hier” ?

(de foto komt van een van onze tuinders).

Denkt u het juiste antwoord te weten op deze vraag, zet het dan op

papier samen met uw naam en tuinnummer en stop uw antwoord

in postbusnummer 80 op ons tuincomplex.

Of mail uw antwoord naar het volgende e-mail adres

schne433@planet.nl         (vergeet uw naam en tuinnummer niet).

Uit de goede inzenders wordt een winnaar/winnares getrokken

en zij/hij ontvangt de prijs die door het bestuur ter beschikking

wordt gesteld.

Meerdere inzendingen zijn toegestaan.

De waardebon voor een zak tuin- pot en/of zaaiaarde ontvangt u van

de commissie, die alle inzendingen bestudeert, t.w. Gerard, Yvonne

en Cocky. Deze waardebon kunt u inwisselen in onze tuinwinkel.

Wij kijken uit naar uw oplossing. Heel veel succes ! !

De winnaar/winnares van deze prijsvraagoplossing

zullen wij in de volgende uitgave van “De Vondelier” vermelden,

samen met onze nieuwe vraag.

                                                                                        Cocky.

Lavas is een krachtige meerjarige plant die tot

2 meter hoog kan worden.

De bladeren zijn vrij groot en diep ingesneden;

de groengele bloemen worden gevolgd door

langwerpige, diepbruine zaden.

Alle delen van de plant zijn te gebruiken en

hebben een aangename smaak die vaag aan

selderie doet denken.

Sinds onheugelijke tijden wordt lavas als

badkruid gebruikt omdat het een reinigende

werking en deodiserende werking heeft.

Kweek en vermeerdering

Lavas wordt meestal in de lente door scheuren vermeerderd, op het

moment dat het blad begint te groeien.

Plant Overtuig u ervan dat ieder stuk wortel uitlopers heeft.

lavas op een onderlinge afstand van 60 cm in goed vochtige grond op

een zonnige plek achterin uw kruidentuin. Lavas kan ook uit zijn

eigen zaad worden gekweekt zodra dit in de zomer rijp is.

Gebruik

Voeg lavas spaarzaam toe aan groentesoepen, bouillon en

stoofschotels. Jonge stengels en bladen kunnen als groente dienen.

Schil of schrap de stelen en doe ze in kokend water, stoof ze tot ze

zacht zijn en serveer ze met een witte saus. Voeg lavas blaadjes toe

aan salades en omeletten. Ook gekneusde zaadjes kunnen in allerlei

gerechten gebruikt worden, maar denk er aan dat ze vrij krachtig van

smaak zijn. Jonge stengels kunnen net als engelwortel worden

gekonfijt en worden gebruikt om gebak te versieren. Een aftreksel

van lavas is een prima winterdrank en helpt bij blaas- en nierziekten.

Een aftreksel van de wortels is ook te gebruiken als badkruid

Een recept

Gestoofd parelhoen met lavas

1 parelhoen

40 g boter

1 ui

4 struiken bleekselderie

175 g worteltjes

2 preien

6 takjes lavas

1,5 dl kippenbouillon

2 eetlepels vermouth of droge witte wijn

zout en zwarte peper

4 eetlepels zure room

Citroensap

Halveer het parelhoen. Verhit de boter in een braadpan en braad

de beide helften van het parelhoen aan alle kanten mooi bruin.

Haal de vogel uit de pan en voeg de schoon

reepjes gesneden groente, ui, selderie, worteltjes en preien toe.

Roer alles goed dooreen en fruit de groenten 4 minuten.

Leeg de takjes lavas bovenop de groenten en doe het parelhoen

terug in de pan, schenk de bouillon en de vermout

geheel en voeg wat zout en peper toe.

Doe een deksel op de pan en stoof alles gedurende ruim 1 uur.

Roer tijdens de stooftijd de inhoud van de pan 1 of 2 maal door.

Wanneer het vlees gaar is, het parelhoen uit de pan halen en ieder

stuk halveren. Leg de vier stukken op een schaal en houd ze warm.

Verwijder het vet van het oppervlak van de afgekoelde kookvocht en

gooi de lavas weg. Pureer het vocht en de groenten in de mixer.

Voeg de zure room toe en maak de saus op smaak met zout,

citroensap. Verhit de saus nogmaals en schenk hem over het

parelhoen. Serveren met gekookte aardappelen of aardappelpuree

en een groene groente.

                                                                                      Fred

Terugblik

Met hetzelfde plezier waarmee ik de nieuwe gidsen doorspit en

plannen maak voor het volgend jaar, kijk ik ook terug op het

afgelopen tuinjaar. Dat terugblikken begint al met het

opruimen van de tuin, zo na de laatste oogsten, wanneer je per vak

gaat spitten en “winterklaar” maken. Al spittende krijgt dan de nieuwe

indeling, uitgaande van de plaats van de aardappelen, vorm.

Voorlopig voornamelijk in mijn hoofd.

Dit jaar heb ik voor het eerst geprobeerd en met succes:

Wortelpeterselie, lekker, met een pittige smaak en bruine bonen.

Ook goed gelukt, ik heb er onlangs bonensoep van gemaakt.

Gaan dus zeker volgend jaar weer een plek krijgen.

Naast de groenten hebben we inmiddels ook aardig wat fruitbomen.

Een uit de hand gelopen actie van mijn man, die het aanvankelijk wel

aardig leek om, als we dan toch een tuin hadden, er een paar

appelboompjes op te zetten, vult meteen lekker.

Een paar smaakt echter (letterlijk) al snel naar meer, zodat we nu zo’n

twintig verschillende fruitbomen hebben, die allemaal gesnoeid,

toegesproken, bemest enz. moeten worden.

Er kan geen boom meer bij. Voor mij is de boomgrens bereikt maar,

omdat er nog heel veel aantrekkelijke soorten zijn die voor uitsterven

behoedt moeten worden, zijn er nu diverse soorten als enthout

besteld. Met een beetje geduld en geluk kunnen we dus over een

paar jaar van elke boom twee of drie soorten oogsten.

Die bomen staan op een vaste plek. Zo ook de bessenstruiken, waar

we er eveneens heel veel van hebben, teveel, hebben we nu besloten

(nee, op de vrijgekomen plek komt geen Dijkmans’ zoet).

Daar kunnen weer wat extra bieten of slakroppen groeien.

Ook een probeersel dit najaar:

Ik heb nog een serie uien gepoot in het najaar, misschien dat hier in

het vroege voorjaar wat van te oogsten valt.

De vorst was vroeg dit jaar, maar toch is het nu wel de tijd om de

druif te snoeien en van het snoeihout nieuwe stokken op te kweken.

Wij hebben een blauwe en een witte druif staan en elk jaar gebeurt

het weer dat de witte druif opgegeten wordt door de vogels

(inderdaad, een dag voordat we ze willen plukken) maar de blauwe

druif blijft hangen, daar vinden ze kennelijk nie

Verder hoop ik op wat mooie, vorstvrije dagen, want met die vorst in

de grond kun je op de tuin weinig beginnen. Even kijken hoe mooi

het er bij ligt, de merel bewonderen die toch weer een nest bouwt in

de klimop, de bomen bestuderen

gaan vormen, nou ja, eigenlijk is het ook in de winter heerlijk om op

de tuin te zijn.                                                                          Jos

Druiven stekken

Het stekken of vermeerderen van druiven is vrij eenvoudig zelf te

doen en leuk ook, want succes is vrijwel altijd verzekerd.

Er zijn een aantal manieren:

Ten eerste door middel van “afleggen”, dit is een simpele methode,

waarbij je in het najaar, voor de snoei, een lange uitloper neemt

(natuurlijk wel aan de plant laten zitten) en daar op de plaats waar je

wilt dat de wortels gaan groeien een kleine inkeping maakt.

Met een ruime boog leg je daarna de uitloper op een pot met

potgrond, je graaft hem een beetje in en zorgt dat het geheel goed

vochtig blijft.

Na een jaar kun je de nieuwe plant van de moederplant afknippen.

Ook de methode met een z.g. oogstek is prima zelf te doen. Je neemt

een stevige, gesnoeide tak en knip hier een aantal korte stukjes van,

elk van 2 cm. lang, 1 cm. boven en 1 cm. onder een knop.

Deze stukjes leg je vervolgens met de knop naar boven in een bakje

met potgrond, iets afdekken met aarde. Plastic zak erover en in de

vensterbank, bij een temperatuur van ong. 20 C.

Tot slot kun je van de gesnoeide takken ook langere stukken gebruiken.

Knip een aantal stekken van zo’n 20 cm. Lang, waarbij je 1 cm. boven

een knop recht afknipt en de onderkant schuin knipt.

Verwijder de onderste knoppen. Steek een aantal stekken in een pot

met potgrond, goed aandrukken en vochtig houden, een plastic zak

er over en weer bij ongeveer 20 C wegzetten.

Het schijnt dat het ook werkt, als je een bosje maakt (met een touwtje

erom) van een aantal stekken en deze op een zonnige plaats in de

tuin gedeeltelijk ingraaft. Na een jaar weer uitgraven en uitplanten.

                                                                                                    Jos

Decemberoverweging

De wereld ziet er toch wel anders uit hé, met zo’n laag sneeuw.

Het voordeel van een pak sneeuw is dat de tuin er ook ineens opge

ruimd uitziet. Weg onkruid. Onze Lieve Heer kan Photoshoppen.

Alle oneffenheden, alle onvolkomenheden worden na een flinke

sneeuwbui uitgegumd. Kijk, en dat heb je zomers nou weer niet,

de zon is niet-verhullend. Nu ben ik zomers ook meer op de tuin

uiteraard, maar toch…………..! Inmiddels, wanneer ik dit schrijf,

is de dooi weer ingetreden en komt alles weer te voorschijn,

ook buiten ons complex. Zelfs de hondenpoep op het trottoir.

Over hondenpoep gesproken:

We maken ons op voor de feestdagen, de kerstboom wordt

opgetuigd en we denken na over het Kerstmenu. Ik denk dat het di

jaar fazant wordt en neem daarmee alvast een voorSCHOT op het

voorjaar, wanneer de tuinbonen weer de grond in gaan.

Vrede op aarde en in de mensen een welbehagen.

Komend jaar neem ik mij voor, dat ik “zero tolerance” betracht

tegenover eenieder die mijn pas geplante gewassen te na komt.

De tijdgeest heb ik mee in ieder geval, momenteel hoeft men niets

meer te accepteren: als het mij niet zint pies ik gewoon in de

brievenbus, bij wie weet ik nog niet.

Ik scheld woelmuizen, mollen, fazanten uit voor alles en nog wat,

de duif die het lef heeft mijn slaplantjes te consumeren krijgt “dikke

zeug!!” te horen, beesten die niet thuis horen op ons complex zet ik

subiet de grens over en als ze er wel thuishoren zullen ze verplicht

een cursus moeten volgen. De haas die het flikt aan mijn bietjes te

knabbelen kan een kopstoot verwachten.

Maar even zonder flauwekul: het zijn toch rare tijden.

Ik ben groot-gebracht met het idee, dat hoogwaardigheidsbekleders

besef hebben van waarden en normen, dat cultuur het visitekaartje

van de beschaving is.

Waarin onderscheidt de mens zich van de priprimaten?

Door het vermogen iets te scheppen,

dat totaal geen nut heeft. Geen nut in die zin, dat het niet

noodzakelijk is voor de primaire levensbehoeften.

De mens kan iets scheppen, puur om er van te genieten: muziek, schilderijen,

beeldhouwwerken, culinaire hoogstandjes met drie Michelinsterren, films, dans,

kortom de “linkse hobby’s”. Is moestuinieren ook een linkse hobby?

Echt nuttig is het niet, alles wat we verbouwen kan je zo kopen in de

supermarkt of bij de gespecialiseerde groenteboer.

Economisch is het ook niet, de moestuin kost meer dan dat-ie aan

opbrengst oplevert, sterker nog, vaak moet er geld bij.

De sla wordt duur betaald.

Nee, de moestuin dient niet het nut van het algemeen.

Waarom moet de gemeenschap meebetalen aan een stelletje idioten

die in de herfst een berg koeienstront in de grond staat weg te

werken, die ’s winters in de vrieskou een berg takken staat te

versnipperen, die in het voorjaar zich een hernia staat te spitten, die

dag in dag uit onkruid staat te schoffelen, die… enfin, vul zelf maar in.

Waarom moet de gemeenschap meebetalen aan een stelletje strijkers

die het Vioolconcert in a-klein van Bach (daar is-ie weer) staat te

strijken, aan Het Korenveld van Van Gogh dat aan een spijker in het

museum hangt, aan een versteende hyenadrol in een archeologisch

museum, aan een uitgemergelde danser in een raar pakje, die een

stervende zwaan nadoet, aan de restauratie van een kerk waarin toch

niemand meer een dienst bijwoont, aan een groen lapje grond waar

de korenwolf huist, aan de bescherming van de Waddenzee terwijl er

olie en gas gewonnen kan worden.

Ophouden met die gesubsidieerde nonsens? Ik dacht het niet:

“Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed

verliezen, dan dooft voorgoed het licht”             (H.M. van Ranwijk).