de vondelier nr. 4 2012

Beste tuinders en lezers,

We zijn alweer aangekomen in het laatste kwartaal van het jaar.

De herfst is inmiddels aangebroken.

Tijd om de tuinen op te ruimen voor de winter.

Al ligt de barbecue van september nog vers in het geheugen,

wat een geweldige avond is het weer geweest, gezellig,

lekker eten en drinken en fantastisch weer.

Ik zit weer na te dromen. Nu de realiteit.

Afgelopen week is helaas tuin 6 opgezegd.

Bas heeft te kennen gegeven om gezondheids redenen

te stoppen met tuinen op ons complex.

Ook heeft Gerard te kennen gegeven te stoppen met

de Beheercommissie. We bedanken Gerard voor zijn inzet

in de kantine en verhuur in de afgelopen jaren.

Zoals u heeft kunnen zien is de middensloot uitgehaald, helaas niet

overal even goed. Namens het bestuur wil ik de leden vragen welke

een tuin aan de middensloot huren, de sloot te controleren of deze

nog wel diep genoeg is en eventueel uit te halen (baggeren) zodat er

voldoende doorstroming blijft in de sloot. Een goede doorstroming

betekend een betere waterkwaliteit, welke zo belangrijk is.

Om deze actie wat makkelijker uit te voeren, wordt het waterpeil van

de middensloot verlaagd in de periode van 13 t/m 31 oktober.

Ik hoop dat iedereen in deze periode meewerkt.

Zijn er problemen laat het ons weten.

Eind oktober zal de middensloot gecontroleerd worden.

Wat voor de sloten betreft, geld ook voor de tuinen. Ruim deze voor

de winter zoveel mogelijk op. Maar ondanks dat, toch nog:

Veel tuinplezier !                                                   John van der Lubbe

Naar aanleiding van verschillende klachten over het schelpenpad

(zoals: het pad is te bol, het is te los, er komen grote stenen naar

boven of er liggen te weinig of te veel schelpen op het pad)

hebben we een ronde gemaakt met een vakman t.w. Edwin.

Van hem hebben we het volgende vernomen.

Het is goed als een pad enigszins bol loopt om het regenwater kwijt

te raken, een pad dat vlak is gaat altijd in het midden slijten en wordt

dan hol. Er blijft dan water in staan en het pad wordt steeds slechter

begaanbaar. Wat dat betreft ziet ons schelpenpad er prima uit.

Een goed pad heeft een dikke stevige harde onderlaag met een paar

centimeter fijn los materiaal, in ons geval zijn dat schelpen.

De losse laag moet niet te dik zijn want dan kun je er niet prettig met

een kruiwagen of fiets overheen. Maar te dun is ook verkeerd, want

dan kun je niet goed schoffelen. GOED schoffelen houdt in dat je

alleen door de losse bovenlaag roefelt en de onderlaag intact laat.

Dus NIET met ijzeren hark diep in het schelpenpad graven of met een

schep in de grond steken; daarmee gaat de onderlaag kapot en

komen er grote brokken mee naar boven.

De bandjes waar het pad in opgesloten zit wijken door de druk op het

pad naar buiten en of zakken de grond in, wat op veel plaatsen te

zien is. Dit heeft tot gevolg dat de schelpen in de border verdwijnen,

dat er te weinig schelpen overblijven en dat het onkruid niet goed

weg te schoffelen is. De enige oplossing hiervoor is de bandjes op te

hogen en de schelpenlaag aan te vullen.

Er zullen binnenkort weer nieuwe schelpen worden aangevoerd die

door de tuinders besteed kunnen worden om hun schelpenpaadje

aan te vullen als het bovenlaagje te dun is geworden.

Te lage bandjes zullen dan eerst opgehoogd moeten worden.

Omdat het pad achter in de bocht problemen oplevert met fietsen

gaan we daar tijdens een werkbeurt de binnenrand verharden zodat

het pad steviger wordt. Houd geparkeerde fietsen en kruiwagens dan

op het losse gedeelte, aan de kant van de tuinen.

Zijn er vragen over het verbeteren van je eigen stukje pad, dan kun je

daarvoor terecht bij een van de commissieleden.

In de werkschuur hebben we stootijzers om de bandjes op te duwen

die door tuinders gebruikt kunnen worden.

Is deze klus te zwaar en heb je geen sterke handen tot je beschikking

meld dat dan even, dan moeten we kijken hoe we dat op kunnen lossen.

                                                          Groeten van de tuincommissie

Tomatensaus

Veel tomaten

Paar wortelen en uien

Verschillende Italiaanse tuinkruiden

Eventueel wat bleekselderijstengels

Doe alles in een grote pan met redelijk wat water.

Gedurende een uurtje koken,

daarna door de passe-vite of zeef, niet te fijn.

Je kunt de saus nu kruiden met peper en zout en verse fijngeknipte

kruiden als basilicum, peterselie, oregano en selderij.

Invriezen, en je hebt de hele winter heerlijke tomatensaus voor de pasta.

Pruumkukte (achterhoeks)

Schil een flinke hoeveelheid pruimen en snij ze in grove stukken.

Kook ze even op met een beetje water en suiker.

Laat afkoelen en vis de pitten eruit.

Deze “moes” kan nu ingevroren in kleine porties;

heerlijk over ijs of yoghurt (warm).

Pruimenbounce

2 kg pruimen

1 liter rum

350 g lichte basterdsuiker op elke 5 dl sap

Doe de pruimen met pitten en schil in een kom

en plet ze met b.v. een vijzel.

Voeg de rum toe , afdekken en ongeveer een week op

kamertemperatuur laten staan.

Laat hierna de pulp uitlekken door een doek in een kom.

Meet het sap af, voeg voor elke 5 dl sap 350 g suiker toe

en doe het mengsel in glazen potten of flessen die goed

af te sluiten zijn.

Zet de potten een jaar weg op een donkere plek.

Zeef de drank daarna en giet hem over in een mooie fles.

Nu nog een tip voor het verwerken van zevenblad

Zevenbladpes to

Doe een paar handenvol zevenblad

(zonder steeltjes) samen met

40 gram Parmezaanse kaas,

40 gram olijfolie,

25 gram pijnboompitten en

2 teentjes knoflook in een blender.

Deze pesto kan ook ingevroren worden

De vorige keer heb ik wat verteld over een van de

bijzondere planten in onze tuin, de paarse morgenster.

Dit keer wil ik wat vertellen over een ander lid van weer

dezelfde familie, de composieten, namelijk Heelblaadjes.

Door mij altijd abusievelijk ‘het Heelblaadje’ genoemd,

maar de naam blijkt altijd in meervoud te staan.

Ooit hebben we een stukje van een wortelstok van

Heelblaadjes in onze tuin gezet. Ze vonden het heel fijn

bij ons en breidden zich uit zoals je in de natuur zelden

te zien krijgt. Als we ze geen halt hadden toegeroepen

hadden we voor een kropje sla niet eens meer ruimte gehad.

De Heelblaadjes zagen we voor het eerst in Friesland

of op Texel, dat weten we niet meer zeker, wel

weten we nog dat we ze vonden aan de rand van

een boerenslootje, en inderdaad, wat zeggen de

boekjes: ze houden van vochtige standplaatsen:

slootkanten, rivier- en beekoevers, drassige terreinen.

De Heelblaadjes is een halfhoog plantje met van

boven grijsgroen en van onder grijsviltig blad,

de bloemhoofdjes zijn zo’n 2 à 3 centimeter groot, goudgeel,

buisbloemen in het midden en straalbloemen aan de buiten, zeg

maar zoals een margrietbloem gebouwd is, en aan éen tak zitten

meerdere bloemen. De bloeitijd valt tussen juli tot september.

De plant vormt, zoals u al begrepen heeft, wortelstokken, kan zich

daarom zo snel uitbreiden (als de omstandigheden gunstig zijn).

De naam Heelblaadjes zegt iets over het genezend vermogen,

dat ze zouden bezitten, en als we de wetenschappelijke naam

zien: Pulicaria dysenterica weten we ook bij welke ziekte

de plant werd aangewend. De Heelblaadjes zijn niet

zeldzaam, maar wel aan specifiek terrein gebonden,

zodat ze toch niet overal te vinden zijn. In onze omgeving

zijn dat de duinen.

Heelblaadjes is dus wel een inheemse plant.

Zo niet de naaste verwant van het heelblaadje, de Grote Koeieoog,

die ook in onze tuin te vinden is. (Telekia speciosa)

Hij wordt veel hoger dan Heelblaadjes, de bloemen zijn hetzelfde

gebouwd, maar groter, en de straalbloemen zien er rommelig uit, het

zijn warhoofdjes, net of ze niet gekamd zijn. Deze plant komt dus niet

in het wild in Nederland voor, is thuis in Oost

Bernd heeft deze plant ook ingezaaid, en ze komt elk jaar weer terug.

Dan is er nog een bekende plant die wij echter helaas niet in de tuin

hebben, de Alant, en die in onze dikke ‘Planten van Europa’ op

dezelfde bladzijde staat als Heel

ook broertje (of zusje) is van beide. Hij lijkt dan ook weer erg op de

twee reeds beschreven planten. Misschien heeft een andere freak

op ons complex deze plant in de een of andere variatie, want er

zijn meerdere soorten. Wij kennen de Engelse Alant uit

Duitsland, waar hij als rivierbegeleider langs de Rijn te

vinden was. Tot zover, volgende keer het

Blauwe Glidkruid?

                                                                        Dick en Bernd tuin 39

Hoewel ik veel zou kunnen schrijven over mijn fiasco’s

van dit jaar tot nu toe in de groente- en fruittuin (wie is

daar in geïnteresseerd) leek het mij in plaats daarvan

leuker eens een uitgesproken meevaller te belichten.

Naast de vele zakjes met allerlei verschillende slasoorten, kwam ik

min of meer bij toeval in het bezit van een zakje Red Salad Bowl, een

eikenbladsoort die al vanaf maart in rijen in de volle grond gezaaid

kan worden. Heb ik gedaan en terwijl ik thuis ook nog druk bezig was

met die verschillende kroppen te zaaien, verspenen, enz., ontstond er

al na enkele weken een mooi rijtje rode, knapperige sla met stevige

bladeren waar de slakken ook nog eens van af bleven (schijnen niet

zo van rode sla te houden). Niks uitdunnen, maar gewoon groeien,

plukken wat je nodig hebt en eten. Hoe simpel kan het zijn!

Onder de indruk van dit succes, heb ik ook nog een zakje

Misticanza di Lattghe (Italiaanse pluksla, gemengd) gekocht

en gezaaid. Een lange rij en weer een prachtig resultaat.

Verschillende groene, maar ook gekleurde slasoorten door elkaar,

ziet er mooi uit en is ook nog eens heerlijk!

Alsof dat nog niet genoeg is (ik heb nu de smaak te pakken) heb ik nu

ook nog een rijtje Gastronome (gemengde sla, op rijen zaaien) gezaaid

en hoop nu dus nog tot ver in het naseizoen die sla te kunnen eten.

Toegegeven:

rijen mooie kroppen die staan te pronken naast de andijvie

(is dat al als plukmengsel te koop?) is wel een rijk gezicht.

Maar in de praktijk moet ik toch een groot gedeelte van die sla

aan de kippen geven, want zo’n krop is best groot.

Nu pluk ik niet meer dan ik nodig heb.

Ik heb nu 3 zakjes. Ik denk dat ik eens een mengsel ga proberen

van alle drie door elkaar.                                                       Jos

Elk item in deze nieuwe rubriek kan anders zijn

En je kunt ook zelf tips aandragen via e-mail

schne433@planet.nl

Is het een recept of een tip voor de tuinders ! ! !

Zijn sommige tips niet geheel meer voor dit teeltseizoen,

dan wellicht voor 2013.

Wanneer u de afleveringen bewaart kunt u het altijd

terug vinden, toch?

Deze aflevering geen tips maar wel een lekker recept van een

groente, die graag en veel gegeten wordt.

Ons complex heeft vele liefhebbers van deze groente, je komt het

overal wel tegen.

Gesmoorde andijvie met spekjes.(voor 2 pers.)

400 gram andijvie, die je al dan niet zelf panklaar maakt.

25 gram ontbijtspek in plakjes; klontje boter of margarine;

zout en peper; laat in de pan met een beetje water de andijvie in

ca. 5 minuten op hoog vuur slinken.Het ontbijtspek in reepjes snijden.

Daarna de andijvie in het vergiet goed laten uitlekken.

In de braadpan de boter verhitten en de spekreepjes in ca. 3 minuten

bruin en krokant bakken. De andijvie erdoor scheppen en met het

deksel schuin op de braadpan nog ca. 3 minuten laten smoren.

U brengt het geheel op smaak met zout en peper.

Daarna het geheel overdoen in een warme schaal.

Serveer het met gekookte aardappelen van eigen tuin en

een lekker winters (vleesgerecht) van de slager en/of super.

Dat wordt zeker wel smullen!!!

Tot de volgende aflevering, Cocky.

Uw tip met naamsvermelding wordt natuurlijk

vermeld; want het is tenslotte uw tip, toch?