de vondelier nr. 2 2010

De gemeente Haarlem

heeft een subsidiepot om voorziening aan te leggen voor mensen

met een handicap. We hebben bij de gemeente laten weten dat als

er geld voor is, we een invalidentoilet willen aanleggen.

Dit zou dan links naast de deur van het clubgebouw komen.

We staan op de lijst. Of het doorgaat is de vraag, zeker gezien de

bezuinigingen die de gemeente moet doorvoeren.

De Inkoopcommissie

Het blijkt dat het aantal leden die via de inkoopcommissie zaden

hebben besteld dit jaar weer minder is geworden.

Lida heeft daar de afgelopen weken wel veel werk in gestoken.

Bedankt daarvoor.

We moeten mogelijk overwegen om met de gezamenlijke inkoop

van zaden te stoppen.

We denken met de inkoopcommissie hier verder over na dit jaar.

                                       Remco Visser, remcovisser01@cs.com

Gelukkig het is weer lente.

Na de winter met veel sneeuw ben ik extra blij

met de seizoenswisseling.

Pasen is een feest waar ik altijd erg naar uitkijk.

Ik haal mijn huis dan vol met gele bloemen,

voor mij het symbool van de lente en het Paasfeest.

Deze keer wil ik als mijn knutselbijdrage

dit bloemstuk warm aanbevelen.

Geelgekleurde tulpen trekken opvallend de aandacht, maar ook het

nest zelf met er middenin de eitjes als symbool van nieuw leven en

lente vallen op. Als luchtig tegengewicht leggen we bonte pluimpjes,

speels en dartel in harmonie met de natuur.

Lentefeest, paasfeest, communiefeest: dit bloemstuk komt van pas als

verwelkoming van onze gasten, maar ook zomaar kan het in onze

woonkamer een speciaal tintje van bruisende lentestemming creëren.

Tussen los gevlochten takken die het nest vorm geven, is het alsof

voorjaarsbloemen eruit priemen en samen met sterke, jonge takken.

Benodigdheden:

Niet plantaardig materiaal:

Terracotta pot, mand, sierpot, enkele eieren. Groen steekschuim voor de snijbloemen. Plastiekfolie, ijzerdraad. Mes,snoeischaar, tang.

Plantaardig materiaal:

Bloemen: een tiental tulpen , narcissen, Viburnum tinus (sneeuwbal)

Groen: klimopranken met of zonder bessen

Enkele soepele takken van berk, krulwilg, treurwilg.

En wat stro, hooi, pluimpjes of raffia

UITWERKING

Leg plastiekfolie in de pot en vul hem met door water verzadigd

steekschuim tot 4 cm boven de rand van de pot.

De folie is nodig om waterlekken te voorkomen.

Maak met soepele takken een luchtige krans door deze in elkaar te

vlechten.

De diameter van de krans zal afhangen van de grootte van de pot, de

binnenkant van de krans moet op de rand van de pot kunnen rusten

Plaats de afgewerkte krans op de rand van de pot en zet hem

eventueel vast met enkele krammen gemaakt van ijzerdraad.

Vlecht de klimopranken en de klimopvruchten samen met de

Viburnum tinus takken onregelmatig door het vlechtwerk heen

en steek ze vast in het steekschuim.

Doe de onderste bladeren van de tulpen weg en steek ze nu op

dezelfde manier in het steekschuim zoals hierboven maar nu wel op

regelmatige afstand ! !

TIP: Om het breken van de tulpenstengels te voorkomen kan men

deze vóór het gebruik een dag of iets langer zonder water zetten.

Op deze wijze zijn de stengels slapper en buigzamer en na

plaatsing in het steekschuim zuigen ze onmiddellijk water op en

ogen ze na een poos weer even fris .

Voor de afwerking gaan we het middengedeelte (nest) bedekken

met stro of hooi, hierbij steeds de vorm van het nest respecterend,

daarna leggen we er enkele eieren middenin.

Opgelet : Tulpen groeien dagelijks tot 1cm wanneer ze op

steekschuim gestoken worden, hou er dus rekening mee

wanneer ze vooral gebruikt worden in een biedermeierschikking.

Na enkele dagen steken ze er helemaal uit, wat de compacte

schikking van het bloemstuk teniet doet.

Narcissen steken moeilijk in steekschuim nl. de stengel split

onderaan in twee. Om dit ongemak te voorkomen kan men het

uiteinde van de stengel omwikkelen met een laagje anchor-tape.

Als de lentekriebels voelbaar zijn en de creativiteit een

hoogtepunt bereikt is dit bloemstuk misschien wel een ultieme

uitlaatklep. Succes !

Afgelopen jaarvergadering heeft u ingestemd met de samenstelling

van de nieuwe beheercommissie. Vooruitlopend hierop hebben

Harry en ik een grondige schoonmaak uitgevoerd in ons verenigings-

gebouw. Na deze schoonmaak hebben wij enkele kleine veranderingen

voorgesteld aan het bestuur. Echter toen bleek, dat ook het bestuur een

wensenlijstje had dat vele malen groter was dan dat van ons.

Het eindresultaat: de gehele keuken is verbouwd en van nieuwe

verlichting voorzien. Ook alle ramen, deuren en wanden zijn van een

nieuwe verflaag voorzien. Hierbij hebben wij flinke ondersteuning gehad

van Jan.

Wij van de beheercommissie zullen er alles aan doen de boel schoon

en netjes te houden en hopen dat u daar ook aan meewerkt dooor o.a.

niet met baggerschoenen, laarzen of klompen naar de toiletruimte te

gaan. En mocht u onverhoopt onregelmatigheden aantreffen,

schroom niet, maar meldt dit aan ons. Onze leuze is “vandaag gebeld,

morgen herstelt” met dien verstande, zolang de voorraad strekt.

                                             Namens de beheercommissie, Gerard.

Op de vraag uit “De Vondelier” nummer 1 van februari 2010,

zijn alleen maar goede oplossingen binnen gekomen.

Ondanks de kou heeft u toch maar de moeite genomen

om uw oplossing in de brievenbus te doen.

Onze hartelijke dank hiervoor.

De winnaars zijn Joke Mik en Carla van tuinnummer 52.

Van harte gefeliciteerd met uw prijs.

In de volgende uitgave van “De Vondelier” komt de foto

van de prijsuitreiking te staan, want wij komen bij u langs

met camera en waardebon.

De bloem, die u op de foto zag, was van de rabarberplant.

De nieuwe prijsvraag:

Denkt u het juiste antwoord te weten op deze vraag, zet

het dan op papier samen met uw naam en tuinnummer en

stop uw antwoord in postbusnummer 80 op ons tuincomplex.

Uit de goede inzenders wordt een winnaar/winnares getrokken en

zij/hij ontvangt de prijs die door het bestuur ter beschikking wordt

gesteld. Meerdere inzendingen zijn toegestaan.

De waardebon voor een zak tuin- pot en/of zaaiaarde ontvangt u van

de commissie, die alle inzendingen bestudeert, t.w. Gerard, Yvonne

en Cocky. Deze waardebon kunt u inwisselen in onze tuinwinkel.

Wij kijken uit naar uw oplossing. Heel veel succes ! !

De winnaar/winnares van deze prijsvraagoplossing zullen wij in de

volgende uitgave van “De Vondelier” vermelden, samen met onze

nieuwe vraag.                                                                  Cocky.

Zoals al eerder is geschreven in dit blad, moet er nog een stuk

van het ommetje worden gemaakt. Echter het geld is op.

Maar een plan gaat niet zomaar in de kast en er is nader

onderzoek gedaan naar het verlengen van het pad langs de

Vondelweg richting Vergierdeweg. Wat bleek: de ruimte tussen de

vangrail en de sloot is te krap om een goede doorgang te maken.

Afgezien van het feit, dat de sloot verbreed gaat worden in de

toekomst moet er beschoeiing worden gemaakt, hetgeen duur is.

De sloot moet verbreed worden om duinwater via het van der

Aartsportpark naar de zuidkant van de Hekslootpolder te krijgen.

Hierdoor wordt de waterkwaliteit behoorlijk verbeterd.

Plan B werd ingevoerd en de oversteekplaats voor en na de bocht in

de Vondelweg wordt nu benut en men wandelt dan langs de

huizenkant met in de bocht een ruim uitzicht op de polder richting

Spaarndam. En zo werken en denken wij verder.

                                                                                  Willem

Bonenkruid is een aardig uitziende, laaggroeiende,

eenjarige plant. Hij bereikt een hoogte van ongeveer

23-30 cm., heeft lange, smalle blaadjes en kleine,

tere, blauwe, helderrode of witte bloemen.

Bonenkruid is vanwege zijn smaak hoofdzakelijk

een keukenkruid.

Bonenkruid was zeer geliefd bij de oude Grieken en

Romeinen; het werd in kruidige sauzen over vlees,

vis en gevogelte toegepast.

Een andere vorm van bonenkruid is het winterharde

winterbonenkruid, Satureia montana,

makkelijk te kweken is maar niet dezelfde verfijnde

smaak van “zomer”-bonenkruid heeft.

Kweek en vermeerdering

Bonenkruid moet in losse, voedingsrijke grond op een zonnige plek

worden geplant. Zaai in het vroege voorjaar en dun de planten uit

op een onderlinge afstand van 15 cm. U kunt ook onder glas zaaien

en de jonge plantjes verspenen, maar bonenkruid is niet dol op

verplanten. Bonenkruid is uitstekend te kweken in bak of pot.

Gebruik

Gebruik het kruidige bonenkruid in vlees-, vis- en eiergerechten.

Zoals de naam al aangeeft past het goed bij alle bonengerechten,

maar ook in groentesoep of bouillon.

Ook in combinatie met tomatengerechten (sauzen en salades)

16 is bonenkruid een niet te versmaden keuze.

1 ui

1 wortel

1 struikje bleekselderie

4 eetlepels olijfolie

3 dl rode wijn

1 teentje knoflook, licht gekneusd

1 laurierblad

3 takjes tijm

3 takjes peterselie

3 takjes lavas

2 takjes marjolein

2 takjes bonenkruid

2 takjes hysop

1 takje rozemarijn

6 zwarte peperkorrels, licht gekneusd

6 jeneverbessen, licht gekneusd

Maak de ui schoon en snijd hem klein.

Schrap de wortel, maak de selderie schoon en snijd alles in plakjes.

Verhit de olie en fruit hierin de groenten op zacht vuur 6

Voeg de wijn, de knoflook, de kruiden, de peperkorrels en de

jeneverbessen toe.

Breng alles aan de kook en laat de marinade op zacht vuur

30 minuten zachtjes doorkoken.

Laat de marinade voor gebruik afkoelen.

Deze marinade is goed geschikt voor wild en wilde vogels en wordt

na het marineren vaak als basis voor het stoofvocht toegepast.

                                                                                       Fred

Bij het maken van een tuinplan houden biologische tuinders

niet alleen rekening met het systeem van vruchtwisseling.

Zij zijn er vast van overtuigd dat bepaalde groenten een goede

uitwerking kunnen hebben op de groei van de groenten ernaast.

Zo zou de wortelvlieg minder vaak haar eitjes afzetten op wortelen,

die in de directe omgeving van prei, knoflook of uien groeien.

Ook wordt door biologische tuinders beweerd dat aardappelen een

grotere opbrengst geven, als men op het bedje hier en daar wat

mierikswortelen uitplant. Hoe effectief de werking van de

gewascombinaties is, valt moeilijk na te gaan.

Uit de ervaringen van veel biologische tuinliefhebbers blijkt echter

overduidelijk, dat er van bepaalde combinaties wel degelijk een

gunstige invloed uitgaat. Soms is die ook verklaarbaar.

Zo ligt het voor de hand, dat het gunstig is om rijen diep-wortelende

gewassen af te wisselen met rijen ondiep-wortelende gewassen.

De diep-wortelende groenten halen hun voedsel voornamelijk uit de

diepere grondlagen, terwijl de ondiep-wortelende groenten voor hun

voedselvoorziening volledig op de bovengrond zijn aangewezen.

Van voedselconcurrentie is dan ook geen sprake.

Ook klinkt het niet onlogisch dat het koolwitje zo'n hekel heeft aan de

geur van kruiden, dat het zich niet laat zien op koolplanten, die in de

directe omgeving van de aromatische planten groeien.

Ten slotte zal het u niet verbazen, dat de stambonen aan de noordzijde

graag kapucijners als buur hebben. De hoog opgroeiende kapucijners

zorgen voor de luwte, die de stambonen voor een gezonde groei nodig

hebben. Als groenten elkaar gunstig beïnvloeden, ligt het voor de hand

dat er ook sprake kan zijn van een ongunstige beïnvloeding.

Zo treedt er opmerkelijk veel rot in de knoflook op, wanneer dit gewas

in de directe omgeving van aardappelen wordt verbouwd en wordt

de sla vaker door luizen aangetast wanneer er dille of venkel in de

omgeving groeit.

Van de gewascombinaties mag u geen wonderen verwachten.

Ook als u rijen van een bepaalde groente afwisselt met rijen van een

behulpzame buurman, kunnen er zich problemen voordoen.

De kans op narigheid wordt echter wel kleiner.

Biologische tuinliefhebbers die er alles aan doen om ziekten en

plagen te voorkomen, maken dan ook dankbaar gebruik van deze

combinaties. Zij doen dit door naast één of twee rijen van een

bepaalde groente één rij behulpzame buurgroenten uit te zaaien.

Verder zorgen zij er nog voor dat groenten die elkaar ongunstig

beïnvloeden, zo ver mogelijk uit elkaar komen te staan.

Van de kruiden die bepaalde groenten gunstig beïnvloeden,

worden enkele plantjes op de hoeken van het bedje uitgeplant.

Hier dan een aantal combinaties die in biologische kringen als

goed erkend zijn en die in het systeem van vruchtwisseling passen:

Aardappel: mierikswórtel (grotere opbrengst), hennep

                (minder kans op aantasting door de coloradokever);

Aardbei: borage (minder vruchtrot), pyrethrum

            (tegen vele aantastingen), margriet (minder vruchtrot);

Beet: uien (betere groei, minder muizenvraat), koolraap (betere groei);

Bleekselderij: prei (langere stelen), bloemkool (minder kans op ziekten)

Bloemkool: selderij en doorgeschoten radijs (tegen rupsen van het

                koolwitje), prei (minder kans op koolvlieg);

Bonen: selderij (minder kans op ziekten), dille (minder kans op

           luisaantastingen bij tuinbonen), kapucijners aan noordzijde

Erwten: bonen;

Knolselderij: prei (minder kans op ziekten);

Komkommer: mais aan de noordzijde (geeft beschutting);

Kool: Sake, hyssop, afrikaantjes, kamille, lavendel, prei

        (minder rupsen en koolvlieg);

Peen: prei, ui, schorseneer, knoflook, sjalot (tegen wortelvlieg);

Prei: knol- en bleekselderij (betere groei);

Radijs: kervel (scherpere smaak), o.i. kers (betere smaak);

Sla: kervel (vastere krop, minder luis);

Spinazie: kervel (stimuleert de groei);

Tomaat: peterselie (betere groei), afrikaantjes

            (verkleint de kans op bepaalde soorten aaltjes);

Ui: biet (betere groei), kamille

     (minder kans op maden van de uienvlieg, hogere opbrengst).

De volgende combinaties moeten worden vermeden.

Zet de genoemde groenten zo ver mogelijk uit elkaar:

Aardappel: tomaat (kans op phytophthora), zonnebloem (slechte groei)

Aardbei: kool (veel vruchtrot), aardappel

            (verhoogt de kans op schimmelziekten);

Biet: stokboon (verhoogt de kans op insekten- schade);

Bloemkool: spinazie (slechte groei);

Bonen: uien, knoflook, sjalot en prei (veel schimmelziekten),

          venkel (benadeelt de groei);

Erwten: zie bonen;

Knoflook: aardappelen (meer rot);

Knolselderij: aardappel (slechte groei, meer kans op ziekten);

Komkommer: uien en knoflook (meer meeldauw);

Kool: aardappel (veel ziekten), aardbei (slechte groei),

       tomaat (slechte groei, veel ziekten);

Peen: tomaat (meer kans op aantasting wortelvlieg), kool (slechte groei)

Prei: kooi (slechte groei), bonen (slechte groei);

Radijs: tomaat (veel schieters);

Sla: peterselie (meer luis), dille (meer luis), venkel (meer luis);

Spinazie: uien, knoflook en prei (slechte groei), tomaat (veel bladrot);

Tomaat: koolraap (slechte groei), venkel (veel phytophthora);

             bonen (slechte groei), kool (lage opbrengst),

             aardappels (veel schimmelziekten).

Wat is alles momenteel grauw buiten hé. En dan bedoel ik niet de lucht,

want dat is een beetje een open deur intrappen in maart. Nee, de natuur is grauw.

Onlangs viel mij op dat de akkers zo bruin en doods zijn.

Al het gras is bevroren en afgestorven denk ik, want meestal is er na de winterse periode buiten toch nog wel wat groen te vinden.

Dit jaar moet je heel goed zoeken naar een sprietje groenigheid.

Voeg daar nog de kale bomen, dorre struiken en een grijze lucht bij en je rent naar de apotheek voor een huismiddeltje tegen neerslachtigheid of futloosheid. Het volgende gebeuren weerhield mij echter van een tocht naar de farmaceut: In januari was ik even op de tuin om wat aardappelen en sjalotjes te halen en ruimde meteen wat op: courgetterestanten en bevroren bietjes. En ja, dan kan je het ook weer niet laten om wat in de grond te woelen, hier en daar wat gras uit te trekken, straatje te vegen, paaltje recht te zetten, plantje aan te aarden, etc.

Plotseling was-ie er weer, het roodborstje. Waar hij vandaan kwam weet ik niet, maar deze gevederde vriend kom ik wel vaker tegen, ook in onze eigen achtertuin bij huis. Op mijn werk in Amsterdam, midden in het centrum, zag ik ‘m ook in de heg van de voortuin. Gedurende enige tijd zat hij mij aan te staren en negeerde mij vervolgens volledig. Ongegeneerd begon hij van alles op te pikken, als het maar eetbaar was. Een tijdje geleden moest ik naar een symposium in Soest.

Het congrescentrum lag midden in de bossen. Na de lunch ging ik even een frisse neus halen (het was – 70 C, dus de neus werd wel erg fris!) en ja hoor, daar wasie weer. Nu banjerde hij tussen de gevallen bladeren, wipte even in een struik en streek toen neer op een metertje of vijf van mijn voeten op het grintpad. Weer keek hij mij even doordringend aan met z’n zwarte kijkers om mij vervolgens weer volledig te negeren. Dit vogeltje kende geen angst en liet zich door niets en niemand wegjagen. Het wilde aandacht! Ik heb al eens geschreven, dat de mooiste natuurfoto’s op het internet te vinden zijn en het dus volstrekt overbodig is zelf een foto te maken van een vogel, een roofdiertje, een vlinder, een kikker of wat dan ook. Én de apparatuur is amateuristisch (lees: ontoereikend), én het beestje te ongedurig om te blijven zitten, én de tijd te beperkt om uren op de loer te liggen aleer zo’n onverlaat het

belieft om even voor de lens langs te schuiven. Zeker ’s winters zijn je vingers al bevroren tegen de tijd, dat het edelhert tegen het licht van de opkomende zon met condenswolken uit zijn neusgaten recht in lens kijkt met een opgeheven linker voorpoot.. Wil je de ontspanknop indrukken, is er geen beweging meer in te krijgen, in geen enkel vingerkootje. Toen ik dus even op de tuin aan het werk was en mijn vriend de roodborst dit

alles zat te aanschouwen vanaf een redelijke afstand in de albessenstruik, was ik niet van zins mijn camera te voorschijn te halen, omdat tegen de tijd dat ik de camera uit de tas gepakt hebt, alles heb ingesteld en wil aanleggen voor een foto, het slachtoffer toch al gevlogen is, zo leert de ervaring. Ik heb dat iets teveel en te vaak meegemaakt met vlinders, steenhommels, pulletjes van meerkoeten, een baltsend zwanenpaartje of een vos in de duinen, die de worldpress-natuurfotovan-het-jaar mogelijkerwijs eventueel misschien zouden kunnen verbeelden, bijkans. Het was slechts een kwestie van even aanleggen en de knop indrukken

en de prijs was ‘in the pocket’. Dat had ik gedacht! De vlinder dwarrelde alweer in de lucht, de steenhommel was in geen velden of wegen meer te bekennen, de pulletjes zaten mij al lang en breed achter het riet uit

te lachen, het zwanenpaartje negerende elkaar alsof zij al honderd jaar

getrouwd waren en de vos was alweer achter de horizon verdwenen.

“Bekijk het maar jij!”, riep ik in mijzelf en trachtte het vogeltje volledig te

negeren, net zoals hij mij altijd negeerde. Daar nam deze dappere dodo echter geen genoegen mee en vloog vanuit de struik op het tegelpad iets dichterbij. “Ja, en dan ga ik de camera halen en dan peer je ‘m zeker!” Nee, hij peerde ‘m niet en kwam zelfs nonchalant dichterbij huppen, uitdagend en provocerend. Ik besloot mee te gaan met dit uitdagende gedrag en liep naar het tuinhuisje om de schijn te wekken, dat ik de camera ging pakken. Wat schetste mijn verbazing: de vogel

met de rode borst hupte parmantig met mij mee! “Ga je de camera pakken, ga je mij op de foto zetten, word ik fameus, je doet het, je doet het, joepie!” Je hoorde dat beestje denken. Nog nooit had ik zo’n publiciteitsgeil vogeltje meegemaakt. Wat een narcist, wat een eigendunk. En toen moest ik eigenlijk wel doorzetten. Met de moed der wanhoop ritste ik de fototas open, haalde de camera te voorschijn, wisselde de lens, deed geen enkele moeite voorzichtig te bewegen of geluidloos te handelen. Met camera in de hand liep ik op bonkende klompen terug op het tuinpad, de roodborst liep weer achter mij aan. Ik ging op mijn

hurken zitten, legde aan, hoestte nog eens overdreven hard, maar de roodborst huppelde als een volleerd model op de camera af (slechts één meter afstand bewarend!) en draaide z’n lijfje met zijn voordeligste kant naar de lens. Je hoorde ‘m denken: “druk dan af sukkel, doe het dan, nu!” En zo gebeurde het, dat ik tegen beter weten in de ontspanknop indrukte en deze roodgeborste ijdeltuit zijn zin gaf. Ik vertelde hem, dat ik de foto ter publicatie zou aanbieden aan het orgaan van de olkstuindersvereniging “Wie Zaait Zal Oogsten” en dat de foto waarschijnlijk op de omslag zou komen van het voorjaarsnummer van De Vondelier. Hierop vloog hij weg, maar ik weet haast zeker, dat hij mij nog nariep: “het is een begin, het is een begin………………………”.