Tuinreglement

(versie 2 maart 2024)

Artikel 37
Het tuincomplex heeft een open karakter. Tuin, opstallen en dergelijke moeten worden aangewend als volkstuin om daarop als ontspanning te tuinieren.

De leden zijn persoonlijk gehouden de tuin, welke door de vereniging is toegewezen, met zijn opstallen goed te onderhouden en te gebruiken overeenkomstig de bestemming.

Artikel 38
De leden zijn verplicht op hun tuin de werkzaamheden toe te staan die het bestuur voor de instandhouding of verbetering van het complex dan wel aangrenzende tuinen noodzakelijk acht.

Artikel 39
Het bestuur is bevoegd, als zij dit nodig vindt, de leden verplicht werkzaamheden uit te laten voeren die noodzakelijk zijn voor de vereniging en het complex.

Artikel 40
Alle benodigde werkzaamheden aan algemene gedeeltes worden niet op eigen initiatief uitgevoerd, dit gebeurt in overleg met de tuincommissie.

Artikel 41
Voor het bouwen, verbouwen, vervangen, uitbouwen of wijzigen van de opstallen en/of vijvers en het plaatsen van bijenkasten, is de goedkeuring van het bestuur vereist. Zie Bijlage II Bouwvoorschriften.

Artikel 42
Ten aanzien van het genoemde in Artikel 41 waartoe geen toestemming is verleend wordt de tuinder opgedragen het geplaatste te verwijderen. Als dit niet binnen de door het bestuur genoemde termijn gebeurt is het bestuur gerechtigd deze op kosten van het betrokken lid te laten verwijderen c.q. in de oorspronkelijke staat te brengen.

Artikel 43
Naast hetgeen dat in de overige artikelen is genoemd is het verboden:

  1. Onbevoegd de tuin van een ander lid te betreden;
  2. LPG te gebruiken en/of op te slaan in een tank;
  3. Afval of andere materialen te verbranden;
  4. Beplantingen te hebben die naar oordeel van het bestuur anderen hinderen;
  5. Om honden mee te nemen op het complex, uitgezonderd van leden, mits aangelijnd. Het uitlaten dient te geschieden buiten het complex;
  6. Konijnen, pluimvee of ander vee op de tuin te houden;
  7. Steigers in het water te plaatsen;
  8. Op het complex gewassen te verbouwen die bij wet verboden zijn;
  9. Milieuonvriendelijke middelen te gebruiken;
  10. Asbesthoudende materialen op de tuin te brengen en/of verwerken;
  11. Om ’s nachts op het complex te verblijven;
  12. Handelingen te verrichten die naar het oordeel van het bestuur het tuinplezier van anderen beperken;
  13. In de periode van 1 april tot en met 31 oktober gebruik te maken van gemotoriseerd gereedschap, aggregaten en motorpompen, op zaterdag en zondag tussen 12 en 24 uur. Altijd dient de motorpomp in een lekbak te staan. Beperk het gebruik van deze apparatuur zo veel mogelijk;
  14. Om de opstallen van de vereniging te gebruiken zonder toestemming van het bestuur;
  15. Alles wat binnen het complex aan de zorg en het toezicht van de vereniging is toevertrouwd te verontreinigen, beschadigen of te vernielen;
  16. Enige tak van nijverheid, handel of bedrijf uit te oefenen, zonder dat hier vooraf toestemming van het bestuur is verkregen;
  17. Mededelingen zonder medeweten van het bestuur te verspreiden, uitgezonderd die mededelingen die het volkstuinwezen ten goede komen;
  18. Zonder toestemming van het bestuur materialen, afval, vuilnis e.d. te plaatsen op de gemeenschappelijke paden of andere plekken;
  19. Voertuigen (dit geldt ook voor aanhangers, boten en huisjes op wielen) te stallen of te parkeren op andere dan de hiervoor bestemde plaatsen;
  20. Zonder toestemming van het bestuur met motorvoertuigen de paden te berijden;
  21. Algemene afrasteringen te verbreken, markeringspalen te verwijderen of te verplaatsen;
  22. Materialen en gereedschappen die van de vereniging in bruikleen zijn ontvangen anders dan op het complex te gebruiken, daarmee het complex te verlaten, of langdurig in bezit te houden;
  23. Zand, mest, puin e.d. te deponeren, anders dan op de daarvoor overeengekomen plaatsen. De stortplaatsen dienen binnen 2 x 24 uur weer te zijn ontruimd;
  24. Greppels langs de hoofdpaden te graven;
  25. Waterkeringen en dammen in de sloten aan te brengen;
  26. In de gemeenschappelijke paden te graven;
  27. De tuin als opslagplaats te gebruiken;
  28. Tuinafval te storten op aangrenzende gronden rond het complex;
  29. Bestuursleden of daartoe aangewezen commissieleden te hinderen bij de controle op naleving van de reglementaire bepalingen;
  30. Afdekzeil op de tuin te plaatsen in de periode tussen 1 maart en 1 oktober, tenzij in overleg met de tuincommissie.

Artikel 44
De leden zijn aansprakelijk voor alles dat door hun op het complex verblijvende gezins-, familieleden of gasten, in strijd met de reglementen en/of bepalingen wordt verricht.

Artikel 45
Het bestuur is bevoegd als de goede orde of redelijkheid dit eist, of wanneer men zich schuldig maakt aan overtreding van het gestelde in artikel 43 van dit reglement, betrokken personen te verwijderen van het complex en zodanig maatregelen te nemen dat de eventueel aangerichte schade op het verantwoordelijk lid kan worden verhaald.

Artikel 46

  1. Bomen
    Bomen moeten tenminste 1 meter van de erfgrens staan (dus niet in de border, zie art 46 lid 3) en mogen niet hoger zijn dan 5 meter.

Doel hiervan is te voorkomen dat kruin of wortels de tuingrens overschrijden of schaduw werpen op de buurtuin. Kies bij voorkeur bomen die van nature niet hoger worden dan 4 tot 5 meter zodat de boom in een natuurlijke vorm kan uitgroeien. Het kiezen van lagere bomen voorkomt ook dat kraaien en buizerds erin kunnen nestelen, waardoor schade aan de broedvogels van de Hekslootpolder wordt voorkomen.
Bomen op een tuin mogen geen hinder geven aan buren. Als dit wel gebeurt horen buurtuinders hierover in overleg te treden. Als buurtuinders daar niet uitkomen zal de tuincommissie na hoor en wederhoor een beslissing nemen die geaccepteerd moet worden.

  1. Erfafscheidingen
    Erfafscheidingen tussen buurtuinen mogen maximaal 1,80 meter hoog zijn op het achterste deel van de tuin (van 0 tot 8 meter van de sloot) en 1,00 meter hoog op het overige deel van de tuin. Doel hiervan is het open karakter van het tuincomplex te waarborgen en daarnaast gelegenheid tot privacy te geven op het achterste, bebouwde deel van de tuin. Op enkele plaatsen waar tuinen in de lengte grenzen aan het hoofdpad of aan de buitenrand van het complex is een haag van 1.80 meter toegestaan door het bestuur omdat tuinen hier een veel langere buitengrens hebben.

Voor een erfafscheiding mag gebruik gemaakt worden van groen (mits struiken en geen bomen), hout, glas, tegels of kippengaas. Geen prikkeldraad. Vermijd bij voorkeur plastic en andere mogelijk verontreinigende materialen of beplanting die dreigt steeds breder uit te groeien. Zorg dat de gekozen erfafscheiding niet doorgroeit naar de buurtuin. Tuinders van twee aangrenzende tuinen kunnen overeenkomen een erfafscheiding óp de erfgrens aan te leggen, mits in goed overleg en onder gezamenlijke verantwoordelijkheid.

  1. Verplichte border
    De voorste strook van de tuin tot 1 meter vanaf het hoofdpad moet worden ingericht als border. Hierin is het verboden groenten te kweken of bomen en struiken te plaatsen hoger dan 1 meter. Kies bij voorkeur voor beplanting die van nature niet hoger wordt dan 1 meter. Doel hiervan is dat je van het pad zicht hebt over de tuinen en het hoofdpad vrij te houden voor noodverkeer.